China heeft de Verenigde Staten opgeroepen om zijn wederkerige importheffingen “volledig af te schaffen” nadat Washington vrijstellingen aankondigde voor consumentenelektronica en essentiële chipapparatuur. “We dringen er bij de VS op aan een grote stap te zetten om hun fouten te corrigeren, de onjuiste praktijk van ‘wederkerige tarieven’ volledig af te schaffen en terug te keren naar het juiste pad van wederzijds respect”, zei een woordvoerder van het ministerie van Handel zondag in een verklaring.

VS voert vrijstelling door voor import smartphones en chips

Volgens de Amerikaanse douane zijn smartphones, laptops, geheugenchips en andere producten uitgezonderd van de wereldwijde heffingen die president Donald Trump heeft ingesteld. China vindt de vrijstellingen een “kleine stap” en is “de impact” van het besluit nog aan het bekijken. De vrijstellingen helpen vooral Amerikaanse techbedrijven zoals Nvidia, Dell en Apple. Voor de meeste Chinese goederen hanteert de Amerikaanse overheid nog steeds een heffing van 145 procent.

Het gaat om de eerste significante versoepeling in Trumps conflict met China. De president weigerde dit weekend in te gaan op details over de uitzonderingen. “Ik zal u dat antwoord maandag geven. We zullen maandag zeer specifiek zijn”, vertelde hij journalisten aan boord van de Air Force One.

Volgens een verklaring van het Witte Huis gelden de uitzonderingen ook voor veranderingen in heffingen op kleine pakketjes. Trump wilde de zogenoemde “de minimis”-vrijstelling eerder nog afschaffen. Die regeling houdt in dat voor pakketten met een waarde van 800 dollar of minder geen heffingen hoeven te worden betaald. Vooral shoppers bij bedrijven als Amazon en Alibaba profiteren daarvan.

De Amerikaanse minister van Handel Howard Lutnick verklaarde zondag in een interview met televisieprogramma This Week dat de uitzondering voor smartphones en halfgeleiders niet betekent dat die producten altijd vrijgesteld blijven. Volgens hem is het de bedoeling dat er voor deze producten nog aparte heffingen komen. Deze tarieven zouden over ongeveer een maand kunnen worden ingevoerd.

China niet meer welkom in Britse staalsector

China is ondertussen ook niet langer welkom in de Britse staalsector nadat de regering zaterdag noodwetgeving moest doorvoeren om British Steel te redden, verklaarde economieminister Jonathan Reynolds zondag. De weigering van het Chinese Jingye, sinds 2020 eigenaar van British Steel, om honderden miljoenen aan steun te accepteren, liet de regering volgens hem geen andere keus dan in te grijpen.

Recent werd bekend dat British Steel zich opmaakte om de laatste hoogovens van het Verenigd Koninkrijk te sluiten, waardoor duizenden banen verloren dreigden te gaan. De overheid en het bedrijf werden het niet eens over een plan om over te schakelen op groenere staalproductie.

Eerdere Britse regeringen zijn volgens de minister "naïef" geweest door Chinese bedrijven toe te laten. "Je moet duidelijk zijn over in welke sectoren we kunnen samenwerken en investeren, en in welke sectoren dat simpelweg niet kan." In bijvoorbeeld de auto-industrie heeft hij geen probleem met Chinese inmenging.

Reynolds kwam zondag ook met de mededeling dat het Verenigd Koninkrijk zijn voedselveiligheidsnormen niet zal versoepelen als onderdeel van een mogelijke deal om lagere heffingen op zijn export naar de Verenigde Staten te verkrijgen. Net als andere landen heeft Groot-Brittannië last van de tarieven van de Amerikaanse president Donald Trump

Het ministerie van Reynolds kondigde tevens aan importheffingen voor producten als pasta, vruchtensappen en kruiden op te schorten. Dat gaat om algemene heffingen voor landen waarmee geen handelsdeal is gesloten. De regering denkt dat het verstandiger is de heffingen voor een reeks producten de komende twee jaar niet te innen om de economie te helpen.

LEES OOK: Importheffingen Trump dreigen ‘humanitaire crisis’ te veroorzaken, volgens Chinese handelsminister